Voor de dames in huize van Setten is de woensdag een tamelijk ontspannen dag.
Ik kan langer blijven liggen dan op de andere dagen, omdat op woensdag Mirre mijn wekker is en die begint rond een uur of acht. Woensdag is een beetje ‘onze dag’. Jeroen is al een tijdje vertrokken wanneer wij aan het ontbijt zitten. We genieten samen van de hele gewone, simpele, huishoudelijke dingen: boodschappen doen, rondje wandelen, wat was wegwerken en gewoon het samenzijn. Maar sinds kort hebben we er een leuke activiteit bij: bij papa langs op de dialyse.
Inmiddels kan Mirre heel goed mee voorop de fiets. En dat maakt mij gelijk een stuk mobieler. En ik kan Jeroen geen groter plezier doen dan even langs te komen in het ziekenhuis. Het ziekenhuis ligt voor ons precies aan de goede kant van Goes, zodat we er binnen een kwartier ongeveer wel zijn.
Op de dialyseafdeling is altijd wel bedrijvigheid. Verpleegkundigen lopen heen en weer om de machines in te stellen, bloedwaardes te controleren en alles zorgvuldig bij te houden. En helaas, het is er ook altijd druk met dialyserende mensen. Drie keer per week, gemiddeld vier uur, liggen steeds dezelfde mensen daar, afhankelijk van dit grote filter. ’s Middags wordt hun plaatsje weer ingenomen door een andere groep mensen.
Mirre kijkt haar ogen uit. Niet zozeer naar de machines. Kinderen kunnen nog zo heerlijk onbevangen zijn en dat helemaal niet doorhebben! Ze kijkt naar papa. Wil graag bij hem op schoot. Ze geniet van de aandacht van de verpleegkundigen die graag even bij haar komen kijken en de buurman van Jeroen vindt ze maar wat interessant, vooral wanneer hij gekke bekken begint te trekken. Iedereen heeft wel een vriendelijk woord voor haar, ze trekt alle aandacht. En dat is logisch, want kinderen komen hier niet vaak, al mag iedereen doorlopend bezocht worden. De gemiddelde leeftijd ligt, denk ik toch wel rond de 55 jaar en daar horen vaak geen kleine kinderen meer bij ;-)
Dialyse is zwaar. Dat zal iedereen die daar ligt beamen. Of je nu oud bent of jong en veerkrachtig, voor allemaal is het een enorme belasting, zowel psychisch als lichamelijk. In het begin was er vooral die onwil om te gaan. Lange uren, saaie dagen en het uitzichtloze van de situatie die Jeroen veel energie kostten. Gelukkig gaat dat op het moment beter, en dat heeft zeker te maken met de buurman van Jeroen. Het scheelt zoveel dat er iemand is die hetzelfde ervaart! En samen helpen ze elkaar er steeds weer doorheen. Met een grap, een gesprekje en een spelletje.
Lichamelijk kost het ook veel energie. Het is een soort paradox. Aan de ene kant levert het in zekere zin energie op; het lichaam is weer wat gezuiverd. En aan de andere kant slurpt het energie; Jeroen moet er de hele dag nog van bijkomen. Dat laatste heeft vooral te maken met het vocht. Omdat Jeroen geen nieren heeft, wordt er geen urine uitgescheiden en plast hij zelf dus helemaal niets. Dat betekent dat al het vocht in zijn lichaam ophoopt, totdat de machine het er uit haalt. Vandaar die vochtbeperking. Des te meer vocht erin komt, des te beroerder is de dialyse, omdat het dan in een keer eruit wordt gehaald. Denk aan een moment waarop je zelf een keer te weinig hebt gedronken; je wordt er naar van, krijgt hoofdpijn en het is vermoeiend. Zo is dat bij Jeroen elke keer. Iemand zei weleens dat dialyse te vergelijken is met het lopen van een marathon, zonder voorbereiding.
Mirre en ik fietsen weer naar huis. Jeroen volgt rond de middag. Dan slaapt hij tot het avondeten. ’s Avonds plannen we niets bijzonders. Ook dan weer rustig aan doen, een nacht slapen en de dag erna weer zorgen voor Mirre.